Dorade (Goudbrasem)
Sparus aurata
- FrankrijkAquacultuur - Tanks met doorstroming
- Middellandse Zee en Zwarte Zee FAO 37Aquacultuur - Netkooien op zee
- Atlantische Oceaan noordoost FAO 27; Middellandse Zee en Zwarte Zee FAO 37Handlijn, Hengel, Val
- Atlantische Oceaan noordoost FAO 27Ringnet
- Atlantische Oceaan noordoost FAO 27; Middellandse Zee en Zwarte Zee FAO 37Bodembordensleepnet, Pelagisch Kieuwnet, Warrelnet
Biologie
Dorade of goudbrasem is een hermafrodiete vis, die als mannetje geboren wordt en na 2 jaar en bij een grootte van 20-30 cm in een vrouwtje transformeert. Voor het behoud van deze soort is het essentieel om de diverse lengte- of leeftijdsklassen in de populatie te behouden en zo dus ook het evenwicht tussen beide geslachten. Dorade komt in alle brakke kustwateren in warme en gematigde regio’s voor en hij is dé typische vis uit de Middellandse Zee. Dorade kan een lengte van 70 cm bereiken en weegt dan zo’n 2,5 kg. Momenteel heeft de doradekweek een hogere economische waarde dan de wildvangst. Dorade is de enige soort zeebrasem die gekweekt kan worden.
Visserij
Dorade wordt vaak samen met andere soorten gevangen in gemengde bodemvisserijen. Bij het gebruik van bodemsleepnetten en boomkorren is er steeds een grote hoeveelheid ongewenste vangst aanwezig, vaak soorten die reeds bedreigd worden door overbevissing. Deze visserijen hebben ook een negatieve impact op de bodem. De netten worden immers over de bodem voortgesleept en vernietigen hierbij de bodemhabitats en de organismen die er leven zoals jonge vissen en bedreigde diersoorten. Door dit effect op de bodem, en het effect op verschillende populaties, wordt het hele ecosysteem beïnvloedt, wat langetermijngevolgen heeft.
Aquacultuur
Dorade wordt volop gekweekt in netkooien in de zee. Netkooien hebben een grote ecologische impact. Om het hoge risico op ziektes en parasieten te vermijden, worden voedingstoffen, chemische stoffen en antibiotica toegevoegd aan het water waarin de kweeksoort zich bevindt. Deze toevoegingen beïnvloeden de voedselweb-interacties en de wilde populaties. Ontsnapte vissen kunnen de wilde populaties verzwakken door de uitwisseling van genen. Het afvalwater afkomstig uit doorstroomsystemen en netkooien, bevat een hoge concentratie nutriënten (wat leidt tot eutrofiëring van de omgeving), en leidt tot de verspreiding van ziektes en parasieten.